Landschappelijk gezien zijn de wijnregio’s enorm verschillend, net zoals hun wijnen. Deze diversiteit wordt nog verder versterkt door de zeer verschillende bodemsoorten.

In het Weinviertel en Donaudal domneert löss, bij de Donauterrassen de rotsbodems. Bij Krens, Langenlois en inde Wachau overheersen rotsgesteenten terwijl in Thermenregion vooral leem- en kalkbodems te vinden zijn.
Ook in Wenen , Carnuntum is er een grote diversiteit aan bodemsoorten. Hier komt leisteen voor maar oook leem, mergel, löss en zuivere zandbodem. Kalkachtige gronden in het Burgenland en Süd-Steiermark. In de rest van Steiermark vindt men overwegend bruine aarde, conglomeraat en vulkanische basaltbodems.
Door een kleine opsomming kan men zich voorstellen dat Oostenrijk ongelooflijke terroirs biedt voor niet alleen de inheemse- maar ook internationale druivensoorten.

Anderzijds spelen de klimatogische verschillen tussen de wijngebieden een aanzienlijke rol. Dit wordt bij de beschrijving van de wingebieden duidelijk gemaakt.

Neem contact op

Laat een bericht achter dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

Niet leesbaar? Verander tekst.
0